6: Dubbelspel (50')
Doel van de Lesreek:
De kinderen leren hoe ze in tweetallen kunnen samenspelen, afspraken met hun partner kunnen maken en de basisregels van het dubbelspel begrijpen.
Benodigd materiaal:
- Rackets
- Ballen
- Banken
Opwarming (~10')
Welkom en teambuilding
- Uitleg: Vandaag spelen we samen in tweetallen
- Teambuilding bijvoorbeeld door te tellen
Structuur van de speelvelden
- Zet banken in de lengterichting van de hal op als ‘netten’
- Speelvelden worden begrensd door touwen of pionnen
- Elk veld voor 4 kinderen (2 tegen 2)
Samenzijn Ronde
- Teams staan tegenover elkaar, allemaal met rackets
- De bal wordt heen en weer over de bank gespeeld
- Doel: Hoeveel rally’s kan het team samen volbrengen?
- Nog geen Wedstrijdvorm, iedereen werkt samen
Kern (~20')
Uitleg en demonstratie van het dubbelspel
- Leraar demonstreert met drie kinderen
- Regel: Er moeten binnen het team veranderingen worden doorgevoerd
- De bal moet over de bank het veld van de tegenstander ingaan
- Bal mag één keer stuiteren
Dubbelspel samen
- Hetzelfde als bij de Opwarming, maar deze keer moeten de teamleden om de beurt slaan
- De bal wordt steeds afwisselend heen en weer gespeeld
Dubbelspel tegen elkaar
- Echt dubbelspel: 2 tegen 2
- Speelduur ca. 3-4 minuten
- Als er fouten worden gemaakt, krijgt het andere team een punt
- Leraar ondersteunt bij vragen over regels
- Na 4 minuten wisselen de paren die tegen elkaar spelen van plaats.
Afsluiting (~10')
Team-Wedstrijdvorm
- Het Leerjaar is verdeeld in 2 groepen, die ongeveer 8 meter uit elkaar liggen
- Tussen de groepen staat een hoge doos zonder deksel
- Iedereen heeft een knuppel en een bal
- Doel: Sla de bal in het net. Voor elke raak schot krijg je één punt.
- Eerst de ene kant, dan de andere kant
- Misschien slaat iedereen de een na de ander of allemaal tegelijk
- Welk team scoort de meeste punten?
Opruimen en bezinning
- Samen alle materialen opruimen
- Reflectie: Hoe was het teamwerk? Wat vond je moeilijk?
- Lof voor goed teamwerk
