Les 3 – Ontwikkeling van een choreografie (50’)

Lesdoel:

De leerlingen ontwikkelen een groepschoreografie in een gekozen opstellingsvorm op basis van de basissprong.

Benodigd materiaal:

*Als er niet genoeg hoelahoeps beschikbaar zijn, kunnen springtouwen in cirkels worden gelegd en/of oude fietswielen gebruikt worden.

Muziek

Leerlingen die snel omgekleed zijn, leggen evenveel hoepels als er leerlingen zijn verspreid door de zaal.

Vuur, Water, Bliksem, Sprong (tot groep 8):

  • De kinderen lopen op muziek door de zaal. Bij muziekstop roept de docent “Vuur, Water of Sprong” en de kinderen voeren de volgende bewegingen uit:
    • Vuur: iedereen gaat op de grond liggen (rook stijgt omhoog).
    • Water: iedereen probeert ergens op te klimmen (bijv. bank).
    • Bliksem: iedereen rent naar de hoeken.
    • Sprong: de kinderen springen willekeurig in een hoepel.

 

Stopdans (bovenbouw):

  • Leerlingen lopen op muziek door de zaal. Bij muziekstop springen ze willekeurig in een hoepel.

  • Korte herhaling van de vorige les (opstellingsvormen en criteria voor choreografieontwikkeling).
  • Herhalen van mogelijke afspraken binnen de groep (bijv. tellen, oriënteren op één persoon…).
  • Groepen werken verder in eigen tempo aan hun choreografie.
  • Docent begeleidt: geeft tips, voorkomt verstoringen, helpt om creatief te zijn.

Mogelijke reflectiepunten:

  • Productieve samenwerking
  • Storingen
  • Bespreken van eigen ideeën

 

Optioneel: vrijwillige groepen presenteren hun huidige stand van de choreografie.

Groepskaarten worden verzameld en in de volgende les weer uitgedeeld.

Mijn account