2: Basisprincipes van het gooien (100')
De studenten kunnen de basispositie van een basketbalspeler aannemen en de voorwaarden (arm-, been- en hoofdpositie) voor een succesvolle basketstoot inschatten.

Benodigd materiaal:
- Ballen
- 2-4 Ringen
- Partijlinten
- Pionnen
Opwarming (~5')
- Open inschrijving
- Ballen liggen in het midden van de hal
- Taak: Neem de bal en probeer deze naar de manden te gooien
- Het doel is om de spelers na ongeveer 5 minuten te laten wennen: Wie scoort als eerste 3 hits?
- Regel: Na een succesvolle slag moet de mand worden vervangen
Differentiatie:
- Verhoog het aantal hits
Instructiefase (~5')
- Kernvraag: Hoe heb je op de basket geschoten om te scoren?
- Antwoorden: Lichaam wijst naar de mand (niet weggedraaid), knielen, arm omhoog gestrekt, kijken naar de mand
- De leraar demonstreert de basispositie van het basketbalspel (SPD – Schieten, Passen, Dribbelen) – zie illustratie:
Verwerking (~10')
- Gooioefening bij de manden met de genoemde werpvoorwaarden
- Verdeling in kleine groepjes bij de verschillende manden
- Elke student probeert 5 hits te scoren
- Als een student klaar is, wisselt hij de mand
- Hits in de tijd (10 minuten) tellen
Reflectie (~5')
- Hoe is de werptechniek veranderd vergeleken met de eerste worpen?
- Hoe succesvol zijn de worpen nu?
Uitproberen 1 (~15')
Werpspel “Kegels”
- Verdeel de groep in zoveel mogelijk groepen.
- Bij elke basket bevindt zich een kegel dichtbij (op ongeveer 1 m van de basket), een kegel in het midden (op ongeveer 3 m van de basket) en een kegel veraf (ter hoogte van de vrije worplijn).
- De start vindt plaats bij een pionnen achter de driepuntslijn.
- Elke groep heeft een bal.
- Op een signaal mag de eerste speler met de bal een kegel kiezen en heeft een Probeer een doelpunt te scoren. De speler dribbelt naar de pionnen en blijft daar staan.
- Voor de dichtbijzijnde kegel krijg je één punt, voor de middelste kegel krijg je twee punten en voor de verafzijnde kegel krijg je drie punten.
- Na iedere schotpoging moet je zelf de rebound pakken en doorgeven aan de tweede speler. De eerste werper staat dan achteraan.
- De hits worden hardop geteld en als groep opgeteld.
- Doel: De groep die als eerste 10 punten behaalt, wint!
Differentiatie:
- Aantal punten verhogen/verlagen;
- Varieer de afstand tussen de kegels en de mand;
- een vierpuntsschot integreren
Uitproberen 2 (~15')
Werpspel “Jordan”
- Verdeling in 4 groepen van elk 4-5 studenten (die achter elkaar opgesteld staan)
- De kegel wordt eerst als markering bij de mand geplaatst
- Elke groep heeft een bal (in de hand van de eerste speler)
- De eerste speler gooit en krijgt zijn eigen rebound; Elke speler mag één poging wagen en passt de bal na de rebound naar de tweede speler.
- Elke hit vertegenwoordigt een letter.
- De groep gooit totdat ze het woord “JORDAN” gooien.
- In de volgende ronde kan de afstand of oriëntatie tot de mand worden gewijzigd
Toepassen 1 (~20')
Toepassing van schiettechnieken in het 5-5 spel zonder dribbelen zoals in de vorige week:
Speltoepassing in 5-5 op 2 manden zonder dribbelen
- 2 teams
- Regels: niet dribbelen, afstand ongeveer 1 armlengte, de bal niet uit de hand slaan
- Spel op 2 manden (vaste mandverdeling)
- Er wordt een punt gescoord als de bal tegen het backboard wordt gegooid en vervolgens op de grond valt zonder dat een tegenstander de bal eerst heeft gevangen.
Toepassen 2 (~5')
Spel “Bump”
- Alle studenten staan op een rij, op 2 meter afstand van de mand.
- De eerste twee studenten hebben een bal. De eerste student gooit.
- Zodra de worp is gedaan, mag de tweede leerling gooien.
- Het doel is om de student voor je in te halen en te raken.
- Dus de tweede student probeert de basket te raken voordat de eerste student de basket raakt.
- Wanneer de eerste leerling de bal raakt, pakt hij of zij de rebound en passeert de bal naar de derde leerling.
- De derde student probeert vervolgens de tweede student in te halen door de bal eerder te raken dan de tweede student.
- Een leerling die is ‘ingehaald’, valt af. Bijvoorbeeld, de tweede werper is uitgeschakeld als de derde werper vóór hem de bal gooit.
- Degene die zijn uitgeschakeld, kunnen nog even oefenen op de naastgelegen mand, totdat de overgebleven leerlingen klaar zijn.
differentiatie:
- 2 groepen bij twee manden
Reflectie (~5')
- Hoe werkten de technieken in het spel?
- Identificeer en registreer uitdagingen en kansen